Bron: BN de Stem, Donderdag 29 oktober 2015, STAD EN STREEK, pagina 9
Zwevend naar de WK-titel
Het is hem met de paplepel ingegoten, het zweefvliegen. Op 6 november strijdt hij voor de winst op het WK zweefvliegen.
door Pim Kokke
HULTEN
Smit legt uit hoe het zweefvliegen hem met de paplepel is ingegoten. “Op 14-jarige leeftijd begon ik met de sport, maar daarvoor stond ik al te kijken naar mijn vader die ook zweefvlieger is, net als mijn opa vóór hem. Al mijn familieleden hebben elkaar ooit leren kennen op de vliegclub.”
’14-jarige die zweven in een toestel van 80.000 euro’ Robin Smit zweefvlieger
Volgens Smit moet je tot je 16e onder begeleiding vliegen. “Daarna kun je het brevet gaan halen en mag je solo vliegen. Eigenlijk best vreemd: hier op de club zijn 14-jarige jongens die in een zweefvliegtuig van 80.000 euro vliegen, maar niet op een scooter mogen rijden.”
De jeugd-WK wordt van 1 tot en met 12 december gehouden in Narromine, een dorp ten westen van Sydney. Het zweefvliegtuig van Smit is maandag al aangekomen in Australië. Smit vertrekt volgende week, ruim vóór 1 december. Dat heeft een reden volgens hem: “Wij gaan samen met het Nederlandse team, dat bestaat uit vier piloten plus assistenten en een coach, al eerder om te oefenen voor de wedstrijden.”
Doel van Robin Smit is
om wereldkampioen te worden
Voor het oefenen in het Australische luchtruim kan het team terecht bij een Nederlands echtpaar dat een vliegveld heeft in het zuidelijk gelegen stadje Corrowa. “De reis kost heel veel geld. Gelukkig hebben enkele sponsors geld gegeven en krijgen we van de sportkoepel NOC*NSF 44.000 euro om de reis te bekostigen.”
De vierdejaarsstudent Manager Transport en Logistiek aan het ROC in Tilburg vliegt in het weekend zo veel mogelijk. “De school moet mij, omdat ik volgens NOC*NSF-normen een B-sporter ben, verplicht vrij geven voor deze wedstrijden. Daarom kan ik pas in februari afstuderen.”
De sport zal voor Smit een hobby blijven. “Wedstrijden hebben geen prijzengeld, dus je kunt niet fulltime zweefvlieger worden.”
Met zijn deelname aan de jeugd-WK treedt hij in de voetsporen van zijn vader, die ook namens Nederland uitkwam.